Nederlands Gouden Tientje

Het Nederlands gouden tientje was vanaf 1815 de officiƫle munt van Nederland. Het was destijds een gouden munt die bekend stond als standpenning. Dit betekent dat men met deze munt kon betalen en dat het als het ware hetzelfde was als bijvoorbeeld de euro die we nu kennen. Het betalen met goud is uiteraard iets wat we allang niet meer doen, maar in die tijd was het eigenlijk de normaalste zaak van de wereld. Dit gebruik van het Nederlands gouden tientje is uiteraard afkomstig uit eerdere tijden waarin men de waardevastheid van goud ontdekte en er om die reden steeds meer mee ging betalen. De munt is tot en met 1933 geslagen en is daarmee al een lange tijd geen wettig betaalmiddel meer. In dat jaar werd de goudstandaard door Nederland en een aantal andere landen afgeschaft, waardoor de nominale waarde van de munt sterk achterbleef bij de intrinsieke waarde en het als betaalmiddel niet langer geschikt was.

Het Nederlands gouden tientje kent een gewicht van 6,72 gram. Dit is een stuk minder dan bijvoorbeeld de bekende munten uit Amerika, Canada en Zuid-Afrika. De, respectievelijk, Eagle, Maple Leaf en Krugerrand kennen een gewicht van ruim 31 gram en wegen daarmee precies een troy ounce, de eenheid waarin de goud koers over het algemeen wordt uitgedrukt. Het Nederlands gouden tientje is daarmee een relatief lichte munt, die om die reden dan over het algemeen ook een stuk minder waard is. Het goudgehalte van de munt is daarnaast ook nog eens aan de lage kant. Waar de Eagle en de Maple Leaf 24 karaats goud bieden, komt het Nederlands gouden tientje daar net als de Krugerrand totaal niet aan. Het Nederlands gouden tientje blijft stegen op 21,6 karaat, wat staat voor een goudgehalte van 900/1000. Wanneer we het gewicht meenemen in de berekening komen we op die manier tot een gewicht van 6,05 gram aan puur goud in iedere munt van deze soort. Uiteraard is de waarde van de munt om die reden nu gebaseerd op de goud koers en daarnaast enigszins op de verzamelwaarde die er van de munt uitgaat.

Het Nederlands gouden tientje werd ingevoerd als wettig betaalmiddel en werd tijdens de invoering van de goudstandaard in 1875 10 gulden waard. Op die manier had men de waarde van het goud gekoppeld aan de eigen gulden en ontstond er een directe verbinding. Als gevolg hiervan was de nominale waarde van de munt gelijk aan de intrinsieke waarde. Dit had tot gevolg dat het Nederlands gouden tientje uitstekend geschikt was als wettig betaalmiddel en dat iedereen dit graag uitgaf. Uiteraard is het nu niet meer voor te stellen dat we met goud zouden betalen. Iedereen die een van de internationale gouden munten bezit kan deze in principe inzetten als betaalmiddel in die landen, maar er zijn er toch maar heel weinig die dit doen. Het zou ook niet slim zijn om het Nederlands gouden tientje nu nog in te zetten als betaalmiddel van 10 gulden, zelfs wanneer we de gulden nog zouden hebben. De nominale waarde van de munt was immers ooit gelijk aan de intrinsieke waarde, maar dit is allang niet meer het geval.

Het Nederlands gouden tientje uit 1982 kent de meeste waarde. Elk jaar werd er een bepaald aantal gouden tientjes geslagen, waardoor mede de waarde werd bepaald. Net als met ieder ander product kunnen we de wet van vraag en aanbod toepassen om deze waarde de schatten of te berekenen. Wanneer het aanbod van een bepaalde munt laag is kunnen we er vanuit gaan dat dit de prijs op zal drijven. Hierbij is het uiteraard wel van belang dat de vraag naar het Nederlands gouden tientje minimaal gelijk blijft en anders eventueel stijgt. Wanneer de vraag meer af zou nemen dan het aanbod zal de waarde namelijk nog altijd niet stijgen en is de munt dus alsnog niet veel waard. In 1982 werden er maar 61 exemplaren van het Nederlands gouden tientje geslagen. Uiteraard brengt dit een erg laag aanbod met zich mee. Aangezien de vraag naar goud tegenwoordig erg hoog is heeft dat de waarde van deze munt behoorlijk goed gedaan. De waarde van deze munt is enorm hoog geworden, zelfs in vergelijking met het Nederlands gouden tientje uit een aantal andere jaren. Ook het laatste Nederlands gouden tientje uit 1933 is natuurlijk erg populair onder verzamelaars. In dat jaar besloot Nederland samen met een aantal andere landen de goudstandaard los te laten. Gezien de ontwikkelingen op de goud markt was het namelijk niet langer mogelijk om deze aan te houden. De intrinsieke waarde van het Nederlands gouden tientje steeg veel te hard, waardoor er niet goed meer mee te betalen viel. Vanaf dat moment is de munt eigenlijk een verzamelitem geworden en wordt er in Nederland niet meer mee betaald.

Vanaf dat moment is het Nederlands gouden tientje daarmee zowel een verzamelmunt als een goed middel om in goud te investeren. Er zijn in Nederland een groot aantal gouden tientjes geslagen en er zijn daarom relatief veel mensen die graag investeren in deze munt om natuurlijk zoveel mogelijk te profiteren van een eventuele stijging van de goud koers. Wanneer deze verder oploopt zal iedereen die de munt in zijn of haar bezit kunnen profiteren van een hogere waarde wanneer ze de munt weer verkopen, iets waar natuurlijk iedereen op hoopt die een investering doet. Aan de andere kant zijn er ook relatief veel verzamelaars die het Nederlands gouden tientje aanschaffen. Dit komt onder andere door het feit dat de munt, zoals eerder aangegeven, relatief weinig goud bevat en daarom een stuk goedkoper is dan bijvoorbeeld de Maple Leaf, de Krugerrand en de Eagle. Desalniettemin kunnen investeerders natuurlijk een aantal munten tegelijk kopen om op die manier toch een relatief groot kapitaal om te kunnen zetten in goud en het daarmee onder andere te kunnen beschermen tegen de invloeden van de inflatie. Het Nederlands gouden tientje is daarmee een multifunctionele en erg aantrekkelijke munt.